
In verband met mijn thesis over hedendaagse kunstenaarsduo’s heb ik een aantal interviews verricht, waarvan ik een aantal graag met jullie deel. Deze week mijn interview met het Franse kunstenaarsduo Florian en Michael Quistrebert.
De Franse kunstenaars Florian en Michael Quistrebert zijn broers die een vast kunstenaarsduo vormen. En dat al tien jaar. Momenteel vertegenwoordigt Florian het duo als resident aan de postacademische Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Beiden zijn geboren in het stadje Nantes: Florian als jongste in 1982 en Michael in 1976. Hun oeuvre bestaat voornamelijk uit schilderijen en videokunst waarin ze werken met geometrische vormen en verwijzen naar de esthetiek van het modernisme. Om hun werk te construeren gebruiken ze technieken als montage, collage en fragmentatie. Het werk heeft bijna een hyponotiserende kwaliteit en doet denken aan Op Art (een stroming uit de jaren ’60 waarin gespeeld werd met optische illusies). In hun vroegere werk gebruikten ze veelvuldig symbolen die verwijzen naar het occulte. Tegenwoordig proberen ze al het figuratieve in hun werk te elimineren.
Florian, jij bent een resident bij de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. En Michael, jij bent dat niet. Het viel me op dat, als je op de website van de Rijksakademie Florian opzoekt, je wel informatie krijgt over jullie als duo. Dat maakte me nieuwsgierig: hoe zit dat nou precies?
Toen we ons aanmeldden voor de Rijksakademie was het altijd het plan om ons werk als duo te ontwikkelen. We hadden vanaf het begin besloten dat het handiger zou zijn dat een van ons het duo in deze instelling zou vertegenwoordigen, met betrekking tot wat de residentie zou kunnen bieden. Vanwege zowel persoonlijke als praktische redenen moest Michael in Parijs verblijven, terwijl Florian wel beschikbaar was voor een full-time leven in Amsterdam. Daarom besloten we het zo aan te pakken, en steeds op en neer te reizen om samen te kunnen werken. Het feit dat onze volledige duo artiestennaam niet op de Rijksakademie website wordt getoond is slechts een administratieve aangelegenheid.
Hoe komen jullie tot de concepten voor jullie kunstwerken? Hebben jullie er lange dialogen over of werken jullie er gewoon aan? En staan jullie er dan beiden steeds volledig achter?
We maken de meeste van onze werken specifiek voor tentoonstellingen. Hoewel we experimenteren tussen de shows door, is het altijd onder de druk van een deadline dat zowel het conceptuele als het fysieke deel van het werk precies wordt uitgewerkt. We bespreken onze ideeën altijd uitgebreid, maar we zijn broers en hoeven geen uren te praten om elkaar te begrijpen. We weten meestal precies wat de ander denkt of waar ‘ie naar neigt qua concept. Het gebeurt regelmatig dat we het vanaf het begin samen helemaal eens zijn over een idee of een bepaalde richting, en dat we later eensgezind besluiten van gedachte te veranderen als het niet meer voelt alsof we de goede richting opgaan.
Bepalen en doen jullie alles samen of is er een soort van taakverdeling (zowel wat betreft het bedenken van het concept als de feitelijke productie van het kunstwerk)?
Hoewel we het steeds eens moeten zijn in alle fasen van realisatie, zijn we in staat om de taken te verdelen. Omdat we meestal ideeën voor schilderijen in serie ontwikkelen, is dit handig. We kunnen nu namelijk twee keer zoveel voorstellen maken en samen kiezen welke werken de beste zijn. We werken nooit tegelijkertijd aan een enkel werk, maar als een van ons begint met een schilderij maakt de ander het meestal af.
Zijn er veranderingen in de manier waarop jullie samenwerken, of is jullie werkwijze redelijk gelijk gebleven?
De inhoud van ons werk en onze houding ertegenover is zeker door de jaren heen geëvolueerd: de manier waarop we het werk realiseren, hoe we erover praten of het promoten… En de residentie aan de Rijksakademie is echt een belangrijke oorzaak van de recente vorderingen in ons werk. In onze werkrelatie is verder niet veel veranderd, naast de geografische afstand en de praktische dingetjes die daardoor zijn veranderd.
Wanneer besloten jullie om samen te werken als kunstenaarsduo? En waarom?
Tien jaar geleden begonnen we met onze samenwerking. Op dat moment studeerde Florian nog aan de kunstacademie en was Michael (al afgestudeerd) bezig met een residentie in Marseille. Aan het einde van deze residentie werd een tentoonstelling gepland die gericht was op nieuwe conceptuele benaderingen van tekenen. Michael tekende echter niet in zijn eigen kunstpraktijk en nodigde daarom Florian uit om samen te werken aan de show, want Florian tekende juist wel veel. Voor de tentoonstelling toonden we een combinatie van individuele en collaboratieve werken. We zagen al snel dat de kunst die we samen hadden gemaakt sterker was. We besloten echter niet meteen om onze individuele praktijk op te geven, dat gebeurde geleidelijk in de twee of drie jaar die volgden.
Hebben jullie duidelijke afspraken gemaakt toen jullie besloten samen te werken? Bijvoorbeeld over de werkwijze of het type werk dat jullie zouden gaan maken?
We wilden blijven doorgaan in de richting van tekenen, maar tegelijkertijd openstaan voor diverse manieren om het te tonen. We maakten echter geen lange termijn plan van het soort werk dat we wilden doen. We wilden vooral ontdekken wat we konden doen met een simpel medium als tekenen, want we hadden er beiden geheel andere ervaringen mee. Onze aanpak was meteen al empirisch: we wilden eenvoudige ideeën onderzoeken door middel van eenvoudige ‘oefeningen’ of regels.
Hoe beschrijven jullie het werk dat jullie maken?
In onze schilderijen en videowerken mengen we formele referenties uit de modernistische abstracte stromingen met occulte symboliek. Door middel van geometrische abstractie bevragen we spiritualiteit. De ervaring van schilderen breiden we uit naar andere dimensies en materialiteiten. In de composities wordt symmetrische geometrie geconfronteerd met een arme esthetiek en zo laten we het spirituele botsen met het ruwe fysieke, het ‘hoge’ met het ‘lage’. We zijn ook geïnteresseerd in het kinetische effect van symmetrische ontwerpen. Dat effect bereiken we met spiegelen, reflecties en caleidoscopische fragmentaties. Deze optische illusies, die het zicht van de toeschouwer storen, veroorzaken een lichte mate van hypnose waardoor een verbinding tussen het materialistische en het spirituele gemaakt kan worden, door een soort staat van trance.
Denken jullie dat het feit dat jullie samenwerken als duo weerspiegelt in het soort werk dat jullie maken? En zo ja, op welke manier?
We maken vaak gebruik van symmetrie en spiegeling of maken tweeluiken. Dit kan worden gezien als een visuele manier om onze praktijk als duo en als broers weerspiegelen. Hoewel deze vragen soms opkomen in ons werk, zoals in onze recente solotentoonstelling Laure en Jane Dumond bij Galerie Crèvecoeur, is onze samenwerking en broederschap nooit de centrale as van ons onderzoek geweest. Het belangrijkste in onze praktijk is het werk zelf, en niet de individuen die het werk maken. Dat is ook de reden waarom we nooit een individuele toets of stijl hebben nagestreefd in ons werk, we willen juist niet dat blijkt wie wat op een schilderij heeft gemaakt.
Wat zijn voor jullie de grootste voordelen aan samenwerken?
Met twee hersenen en vier handen kunnen we veel meer denken en maken.
En wat zijn de nadelen?
We ervaren geen ongemak aan onze samenwerking, anders zouden we niet al zo lang een duo zijn.


Momenteel is het werk van de Quistrebert broers te zien in de groepstentoonstelling Superficial Hygiene in De Hallen Haarlem. Kijk hier voor meer informatie.
Dit interview is vertaald vanuit het Engels.