
Aanstaande vrijdag wordt The Vincent Award uitgereikt. Deze aanmoedigingsprijs wordt jaarlijks uitgereikt aan kunstenaars die grote invloed hebben op de Europese kunstontwikkeling. Het werk van de vijf genomineerde kunstenaars is tot en met 1 februari 2015 te zien in de prachtige tentoonstelling The Vincent Award 2014 in het GEM, Museum voor Actuele Kunst in Den Haag.
De tentoonstelling maakt meteen duidelijk dat de genomineerden niet de minste kunstenaars zijn. Het gepresenteerde werk is namelijk steeds van hoog niveau. De hoeveelheid videowerk in de tentoonstelling is overigens opvallend. Complimenten voor de presentatiewijze: elk werk krijgt meer dan genoeg ruimte om tot zijn recht te komen en goed bekeken te worden.
De Duitse Manfred Pernice (1963) opent de tentoonstelling met een podium dat betreden mag worden en waarop van alles te zien is. Alledaagse voorwerpen zoals klapstoelen zijn op een felgroen gestreept plateau geplaatst en aan de muur hangen posters. Naast readymades gebruikt Pernice eenvoudige materialen als spaanplaat in zijn installatie. Het is een sculptuur die tot architectuur is verworden.
Pierre Huyghe (1962) toont A Way in Untilled (2012-2013), een van zijn nieuwste videowerken. Het is een soort stille natuurdocumentaire die wringt en verwondering oproept. Surrealistische beelden van een hond met een roze voorpoot en een standbeeld van een vrouwelijk naakt met op haar hoofd een bijenkorf, weten bij te blijven.
Willem de Rooij (1969) presenteert een geluidsinstallatie die hij speciaal voor de tentoonstelling heeft gemaakt. Zijn inspiratiebron hiervoor was een Mondriaan uit de vaste collectie van het Gemeentemuseum. Wat de link is met het indringende geluid van huilende honden (of wolven) dat uit de geluidsinstallatie opdoemt wordt niet helemaal duidelijk. Het gaat echter door merg en been.
Anri Sala (1974) is veruit de jongste genomineerde kunstenaar. Zijn videokunst vult de ruimte met diverse uitvoeringen van het aanstekelijke nummer Should I Stay or Should I Go van The Clash. Het punkrocknummer wordt bijvoorbeeld in een Mexicaans dorp op een ouderwets draaiorgel gespeeld, waardoor de sfeer van het lied compleet anders wordt. De beelden van handen die eindeloos aan het orgel draaien en de bladmuziek in het orgel voeren, roepen bijna trieste gevoelens op.
Gillian Wearing (1963) maakt indruk met het videowerk BULLY (2010). Een jongen, die vroeger werd gepest, is de regisseur van een groep acteurs. Hij bedeelt iedereen rollen toe. De een moet het slachtoffer spelen van pesterijen, de ander een actieve pester, de ander moet toekijken en niets doen. Terwijl de acteurs een pest-scène naspelen blijkt dat de regisseur zijn nare aanvaring met pesten compleet herleefd.



