
Lissabon
Afgelopen zomer was ik voor het eerst in Lissabon. De hoofdstad van Portugal is werkelijk prachtig en heel divers. Je vindt er een schattig oud centrum, imposante kloosters en kerken en prachtige moderne architectuur. Je zult je rot fotograferen, want alles is ontzettend mooi. Daarnaast is Lissabon gebouwd op zeven heuvels, waardoor je steeds prachtig uitzicht hebt. Dat betekent echter ook dat je continu aan het klimmen of dalen bent, en dat is best vermoeiend. Maar één blik op de foto’s, en je begrijpt dat dat het helemaal waard is.
Het centrum van Lissabon bestaat uit diverse wijken die allemaal wat moois te bieden hebben. Een goed beginpunt is Praça do Comércio, een groot plein aan de rivier de Taag. Vanuit hier loop je makkelijk richting de wijken Bairro Alto, Chiado en Baixa. Als je van bier houdt moet je op dit plein bij het Museu da Cerveja zijn. Hier zat ooit het Ministerie van Financiën, nu kun je er genieten van de meest uiteenlopende soorten bier in alle soorten en maten.

Vlak achter het Praça do Comércio bevind zich de wijk Baixa. Een highlight is hier zeker het Museu do Design e da Moda (MUDE), een museum over mode en design. Het is gevestigd in een oud bankgebouw, waarvan de monumentale accenten (zoals een gigantisch mozaïek bij de trap) nog intact zijn gehouden. Van de diverse collecties mochten helaas geen foto’s worden gemaakt, maar ze zijn erg gaaf. Zo is er op de begane grond een presentatie van design uit de twintigste eeuw, waarin zowel post-its als vespa’s zijn opgenomen. De entree is trouwens gratis, ook wel prettig natuurlijk.
Niet al te ver van het MUDE vind je de Santa Justa-lift, een 45 meter hoge ijzeren lift uit 1902 die versierd is met neogotische figuren. Deze lift is gemaakt door een van de leerlingen van Gustave Eiffel, en dat is te zien.


De wijk Chiado is wat chiquer, en ook erg leuk om doorheen te wandelen. Hier vindt je het Museu do Chiado, ofwel het Nationale Museum voor Moderne Kunst (MNAC). Het is maar een klein museum dat zich vooral op Portugese kunst richt, maar het is wel de moeite waard. Chiado gaat naadloos over in de wijk Bairro Alto, waar je heel veel leuke cafés vindt: de hoogste concentratie aan cafés in Lissabon zelfs.

Wat je als toerist toch ook even moet bezoeken, is het hooggelegen Castelo de São Jorge in de oude wijk Alfama. Het kasteel is een restant uit de tijd dat de Moren heerste in Lissabon en is een indrukwekkend oud bouwwerk. Ook als je niet zo’n zin hebt om daadwerkelijk het kasteel in te gaan, is het toch de moeite waard er heen te gaan. Het uitzicht vanaf de buitenkant van het kasteel is namelijk prachtig (zie eerste foto). Er niet al te ver vandaan vindt je de Sé, de kathedraal van Lissabon. Ook zeker mooi om te bekijken.
Dan is er in het westen de stadswijk Belém, dat vroeger een zelfstandig dorpje was. Je merkt nog duidelijk verschil in sfeer tussen deze wijk en de rest van Lissabon. Toeristen gaan hier graag naartoe om de toren van Belém en het klooster Mosteiro dos Jerónimos te bezoeken. Dat is niet voor niets, want beide zijn erg indrukwekkend. Een andere must see is het monument ter herdenking van de 500ste sterfdag van Hendrik de Zeevaarder: Padrão dos Descobrimentos.
Van een hele andere aard is de nieuwe oostelijke stadswijk Parque das Nações, vol moderne architectuur. Hier vindt je het geweldige Estação do Oriente, een station dat werd ontworpen door Santiago Calatrava voor de wereldtentoonstelling Expo ’98 in 1998. Een ander architectonisch hoogstandje is de Torre Vasco da Gama. Het is veruit de hoogste toren van Lissabon maar verstoort nauwelijks het stadsbeeld. Aan het water is een fijne promenade en vind je diverse leuke terrasjes waar je lekker wat kan eten en drinken. Vervolgens kun je tot twaalf uur ’s nachts winkelen in het Vasco da Gama winkelcentrum. Erg briljant. Ook leuk is de kabelbaan!


Er is dus van alles te zien in Lissabon, maar voordat je weer terug gaat naar huis moet je ook zeker een dagje naar Sintra. Vanaf station Rossio kun je er makkelijk komen met de trein en het is echt de moeite waard. In dit hooggelegen stadje trokken de Portugese koningen zich tijdens de zomers terug vanaf de dertiende eeuw tot en met de negentiende eeuw. Je kunt hier diverse kastelen bezoeken, van het Moorse kasteel uit de achtste eeuw tot het sprookjesachtige Palácio da Pena. Ik ben zelf voor de laatste optie gegaan, en dat was echt geweldig. Bij het paleis hoort ook een gigantisch park, dat net zo feeëriek is als het paleis zelf.






